Afgelopen week was ik bij m'n grootmoeder, werkelijk een prachtig mens. Op het moment van schrijven is ze 86 jaar. Ondanks haar respectabele leeftijd is ze scherp van geest, rookt nog iedere dag een paar saffies en nuttigt 2 borrels per dag. Niet meer en niet minder, één tussen de middag en één na de koffie 's avonds.
Voor een paar jaar terug kwam ik bij haar, en het eerste wat ze me vroeg was of ik een joint voor haar wou halen. Een joint!! Had ze de avond ervoor gezien in het programma Spuiten en Slikken. Leek haar ook wel wat, mij niet. Dit was dan ook gelijk de eerste en de laatste keer dat ik niet deed wat ze me vroeg. Als grootvader nog geleefd had was één blik genoeg geweest om haar zelf te doen twijfelen of ze nog wel goed bij haar hoofd was, waardoor het feest al eerder zou zijn afgeblazen. Helaas leeft grootvader niet meer. Toch was het wel typerend voor haar, ze komt van oorsprong uit een reizigersfamilie, ze staat overal voor open en alles is bespreekbaar.
Toen ik afgelopen week bij haar was vroeg ze me of ik iets van de zolder wou halen. Uiteraard was dit geen probleem en al snel begaf ik me tussen oude dozen met foto's, identiteitskaarten, verlopen huurcontracten en oude documenten van verzekeringen. Uit nieuwsgierigheid rommelde ik er wat door totdat er ineens een groot portret van m'n opa tevoorschijn kwam. Het was alsof er een dolk in m'n ribbenkast werd gestoken. Op slag was ik me er weer van bewust dat mijn allerbeste vriend al 16 jaar niet meer onder ons is. Ineens zag ik hem weer zitten in m'n herinneringen op een steen in de tuin z'n zelf verbouwde aardappelen te schrappen, in gedachten verzonken op een willekeurige zomerdag. Plots rook ik weer de overheerlijke geur van pannenkoeken met worst als ik er tussen de middag de keuken in kwam. Ik zag me weer naast hem zitten in de bloedhete zomer van '94 kijkend naar het WK in Amerika op een kleine draagbare tv achter het huis. In de kwartfinale tegen Brazilië werd het Nederlands elftal uitgeschakeld door een beslissende vrije trap van Branco, 3-2. Ik was ontroostbaar. Opa drukte na het laatste fluitsignaal de tv uit en zei; " jongen maak je geen illusie, we zullen nooit een WK winnen, daarvoor missen wij Nederlanders de over-m'n-lijk-mentaliteit zoals de Zuid-Amerikanen, de Duitsers en de Italianen Wel hebben ". Tot op heden staat het gelijk aan z'n zijde. Het was werkelijk een schitterende man, statig, welbespraakt, altijd goed gekleed en verzorgd.
M'n grootouders woonden bij ons om de hoek, zodra ik me ook maar even verveelde lag ik plat op m'n fiets en snelde me naar het ouderlijk huis van m'n moeder. Toen ik klein was trommelden we met oorverdovend lawaai liedjes op de oude stalen gaskachel in huis, soms tot grote ergernis van oma. Als ze er dan wat van zei was opa's antwoord; ga maar in de schuur zitten als je er last van hebt. Hierdoor verdween de boosheid als sneeuw voor de zon, lagen we met z'n drieën in een deuk en vervolgden we het luide getrommel, vocaal ondersteund door de vrouw des huizes. Op zondagmiddag was ik er om klokslag twaalf uur om als een razende soep met karbonade te eten en vervolgens bij opa voor op de middenstang van z'n fiets naar het voetbalveld te gaan om bij het eerste elftal van de plaatselijke vereniging te kijken. Onderweg luidkeels zingend; " Wij zij twee vrienden, jij en ik. Twee dikke vrienden, tot onze laatste snik. Wij blijven altijd bij elkaar, al worden we meer dan honderd jaar ". Ook al kletterden dikke druppels regen op onze wangen, joeg de wind onze haren alle kanten op, we bleven zingen en lachen tot we er waren alsof het de mooiste dag van het jaar was. Ook leerde hij me al op zeer jonge leeftijd biljarten in het buurthuis. Als hij op de vaste woensdagmiddag met z'n vrienden speelde mocht ik aan het eind steevast meedoen. De afspraak was dat we op m'n zestiende het buurthuis zouden verruilen voor de kroeg. Helaas was hij toen al zo ziek dat het er maar één keer van is gekomen, op pure wilskracht omdat we het hadden afgesproken. Dat hij het überhaupt heeft volbracht mag een wonder heten, hij was al op. Kort na ons café bezoek is hij gestorven, waarna ik nog heb gesproken op de crematie.
De laatste tijd heb ik nogal wat vragen, vragen die je alleen stelt aan je allerbeste vriend. Helaas kan dat niet meer, mijn allerbeste vriend bevind zich al 16 jaar lang niet meer onder ons.
Reacties
Een reactie posten